Vlaams minister van Wetenschapsbeleid en Innovatie Hilde Crevits verruimt vanaf dit jaar de mogelijkheden voor topwetenschappers om onderzoek ook na hun pensioensleeftijd in Vlaanderen verder te zetten. Het moet vermijden dat baanbrekende kennis en onderzoeken verloren gaan doordat het Vlaamse kader momenteel geen steun biedt aan toponderzoek na het emeritaat.
Minister Crevits: “De coronacrisis heeft nogmaals aangetoond hoe belangrijk het is onderzoekstalent in huis te hebben. Samen met het FWO en Vlaamse universiteiten werkten we een oplossing uit zodat uitmuntende onderzoekers ook na hun pensioensleeftijd hun onderzoek verder kunnen zetten. Zo houden we cruciale kennis en baanbrekend onderzoek in Vlaanderen en verliezen we het niet aan het buitenland waar wel onderzoeksfinanciering voor emeritaten aanwezig is.”
Oproep
Op voorstel van Vlaams minister van Economie, Wetenschap en Innovatie Hilde Crevits past het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO) haar reglement voor steun aan fundamentele onderzoeksprojecten aan, zodat toponderzoekers ook na hun emeritaat hun werk kunnen verderzetten.
Dit jaar nog zal het FWO een nieuwe oproep lanceren waarbij onderzoekers ondanks hun pensioensleeftijd steun kunnen aanvragen voor hun fundamenteel toponderzoek.
In het buitenland bestaan al langer mogelijkheden voor Vlaamse toponderzoekers om onderzoeksfinanciering na het emeritaat te bekomen.
5 miljoen euro
Tal van toponderzoekers zoals professor Peter Carmeliet (VIB, KU Leuven), die internationaal geroemd wordt omwille van zijn expertise in de bestrijding van kanker, gingen dan ook buitenshuis op zoek naar een soepeler kader.
De nieuwe oproep zorgt minister Crevits ervoor dat onderzoekers van topniveau met hun kennis en baanbrekende onderzoeksresultaten in Vlaanderen blijven.
Minister Crevits voorziet hiervoor jaarlijks 5 miljoen euro via het FWO.
Alleen topprofielen zullen na selectie in aanmerking komen voor steun. Bovendien moet de kandidaat op pensioenleeftijd een project indienen in samenwerking met een beloftevolle jonge onderzoeker om die zo verder te begeleiden in zijn of haar onderzoekscarrière.