Circulaire economie en recycling centraal op Raad Concurrentievermogen
Vandaag kwamen de Europese ministers samen in Brussel voor de Raad Concurrentievermogen. Op het programma stonden onder andere besprekingen over
- Critical Raw Materials Act (CRMA)
- Net-Zero Industry Act (NZIA)
- Ecodesign verordening.
De ministers bespraken ook kort de 30ste verjaardag van de Interne Markt en het Europese concurrentievermogen op de lange termijn.
Zowel Minister Dermagne als minister Brouns waren aanwezig om België te vertegenwoordigen.
Een belangrijk thema op de Raad was de urgentie van de verschillende wetsvoorstellen. Dit met het oog op de klimaatdoelstellingen van 2050, maar vooral die tussentijdse doelstellingen van 2030.
Minister Brouns volgde voor België de debatten omtrent de Critical Raw Materials Act (CRMA) en de Net-Zero Industry Act (NZIA) op. Tijdens de Raad vonden er ook enkele korte ontmoetingen met zijn Tsjechische, Franse en Luxemburgse collega’s plaats.
Critical Raw Materials Act
De CRMA is een prioritair dossier voor het Zweedse Voorzitterschap. Dit doordat er een enorme en stijgende vraag is naar kritieke en zeldzame aardmetalen, die nodig zijn voor de digitale en groene transities. De Zweden pogen daarom om tegen het einde van hun Voorzitterschap – dat is eind juni - een onderhandelingsmandaat te bereiken. De lidstaten namen de tijd om nogmaals hun steun, maar ook hun bezorgdheden te uiten.
De ministers hadden duidelijke zorgen over de sociale en maatschappelijke acceptatie van de Critical Raw Materials Act. Het delven van grondstoffen - een belangrijk onderdeel van de verordening – is namelijk niet altijd evident op het Europese continent. Mijnbouw- en raffinageprojecten worden namelijk vaak geconfronteerd met verzet van de lokale bevolking. Dit door de grote impact op het milieu en de biodiversiteit in de directe omgeving van deze projecten. De meeste ministers benadrukten daarom dat er ook een grote behoefte is aan meer recyclingprojecten. De ontwikkeling van een (meer) circulaire economie is voor de meeste lidstaten een absolute prioriteit. De idee is dat je op vlak van recycling veel sneller en meer resultaten kan boeken, dan met het (her)openen van mijnen.
Minister Brouns bracht enkele Belgische bezorgdheden naar voren omtrent de bepalingen rond vergunningen, en had ook enkele bedenkingen in verband met de financiering. “De vergunningsaspecten moeten worden verduidelijkt en aangepast om een transparant en inclusief proces voor de betrokken belanghebbenden te waarborgen”, aldus minister Brouns. Hij onderstreepte ook het feit dat we hoge sociale- en milieunormen moeten hanteren.
Net-Zero Industry Act
De NZIA is het industriële broertje van de grondstoffenwetgeving van de CRMA. Het heeft als doel om Europa te herindustrialiseren, zodat we tegen 2030 zelf kunnen instaan voor een groot deel van de productie van hernieuwbare energiebronnen. Vandaag de dag zijn we namelijk zeer afhankelijk van landen zoals China, die nagenoeg al onze zonnepanelen fabriceert. De NZIA is volgens Zweden ook een prioritair dossier, maar door enkele controversiële artikelen en bepalingen, ligt het dossier moeilijker bij de lidstaten waardoor het Voorzitterschap vooral focust op de CRMA.
De ministers namen van het moment gebruik om hun bezorgdheden te uiten en enkel standpunten scherp te stellen. Zo is er een grote discussie tussen de lidstaten over het al dan niet als strategisch beschouwen van nucleaire energie. Velen zoals Frankrijk zijn fervent voor, anderen zoals Duitsland zijn fervent tegen.
Minister Brouns verdedigde enkele Belgische standpunten zoals de nood aan innovatie en het voorzien van een aantrekkelijker investeringsklimaat.
Ecodesign
De Europese minister klopten ook af op een algemene benadering voor de Ecodesign verordening. Deze nieuwe wetgeving moet een digitaal productpaspoort instellen die regels bevat over transparantie, en het verbod op de vernietiging van onverkochte consumptiegoederen. Het standpunt van de Raad wijzigt ook enkele bevoegdheden van de Commissie om ecodesignvereisten vast te stellen. De aangenomen benadering bevat ook enkele uitzonderingen voor micro- en kleine ondernemingen en een overgangsperiode voor middelgrote bedrijven.
Persbericht, en meer informatie, kan u hier vinden.