Gender Equality Plan

Het Gender Equality plan / Gender- en Gelijkekansen plan (GEP) is vanaf de Horizon Europe oproepen met oproepdeadline in 2022 verplicht. Overheidsinstanties, onderzoeksorganisaties en hoger onderwijsinstellingen uit de EU-lidstaten en geassocieerde landen die een aanvraag indienen onder Horizon Europe voor een oproep met een oproepdeadline in 2022 dienen te beschikken over een GEP.

(Het GEP van ons Departement EWI is onderaan deze pagina te downloaden.)

Op de website van het Europese instituut voor Gendergelijkheid is meer informatie te vinden over wat een GEP is, en hoe het tot stand kan gebracht worden. Samengevat komt het neer op het volgende.

Onderzoeksinstellingen en overheidsinstanties moeten zich inspannen om gelijkheid van vrouwen en mannen, en bij uitbreiding andere doelgroepen, te bewerkstelligen in de EU en daarbuiten. We willen dat iedereen dezelfde kansen krijgt, ongeacht zijn of haar geslacht. We moeten betere inzichten krijgen in en bewustzijn zijn van gendergelijkheid op alle terreinen van het leven. Detecteren van genderkloven en verzamelen en analyseren van gegevens over ongelijkheid tussen vrouwen en mannen. Het doel is Europa dichter bij gendergelijkheid te brengen en de levens van zowel vrouwen als mannen te verbeteren.

In de specifieke context van onderzoeksorganisaties en instellingen voor hoger onderwijs beschouwt de Europese Commissie een plan voor gendergelijkheid als een reeks acties die gericht zijn op [1]:

  • uitvoeren van effectbeoordelingen / audits van procedures en praktijken om gendervooroordelen te identificeren;
  • Identificeren en implementeren van innovatieve strategieën om eventuele vooroordelen te corrigeren;
  • doelen stellen en voortgang bewaken via indicatoren.

Deze reeks acties, die verschillende gradaties van complexiteit kan hebben, is bedoeld om een ​​strategische visie te formuleren die gericht is op het bereiken van gendergelijkheid.

De reikwijdte van een plan voor gendergelijkheid kan sterk variëren, afhankelijk van het type organisatie, de institutionele context waarin het wordt uitgevoerd, de behandelde disciplines of het type gendervooroordelen en ongelijkheden die als onderdeel van de diagnose worden geïdentificeerd.

De manier waarop gendervooroordelen en ongelijkheden zelf worden aangepakt, kan ook variëren, evenals de gekozen aanpak en de beschikbaarheid van interne of externe genderexpertise.

De laatste tijd zijn gendervooroordelen en ongelijkheden in toenemende mate aangepakt, rekening houdend met hun kruising met andere ongelijkheidsgronden zoals handicap, leeftijd, seksuele geaardheid, religie of etniciteit. Het aanpakken van andere genderongelijkheid kan een efficiënte hefboom zijn voor verandering en kan ook inspireren tot alomvattende acties en strategieën.

Een plan voor gendergelijkheid kan worden opgedeeld in verschillende stappen of fasen, die elk specifieke soorten interventies vereisen:

  • Een analysefase, waarin naar geslacht uitgesplitste gegevens worden verzameld; procedures, processen en praktijken worden kritisch beoordeeld om genderongelijkheid en gendervooroordelen op te sporen;
  • Een planningsfase, waarin doelstellingen worden gedefinieerd, doelen worden gesteld, acties en maatregelen om de geïdentificeerde problemen te verhelpen worden besloten, middelen en verantwoordelijkheden worden toegekend en tijdlijnen worden overeengekomen;
  • Een implementatiefase, waarin activiteiten worden uitgevoerd en outreach-inspanningen worden ondernomen om het netwerk van belanghebbenden geleidelijk uit te breiden;
  • Een monitoringsfase, waarin het proces en de voortgang regelmatig worden gevolgd en beoordeeld. Bevindingen uit de monitoringoefening(en) laten toe om interventies bij te sturen en te verbeteren, zodat de resultaten ervan kunnen worden geoptimaliseerd.

Departement EWI - Gender Equality Plan

Philip Van Avermaet
Afdelingshoofd
Afdeling Onderzoek