Inleiding
Op uitnodiging van het netwerk ‘Knowledge4Innovation’(K4I) heeft het departement EWI het Vlaamse standpunt rond de ‘European Innovation Council’ (EIC) toegelicht op een ontbijtvergadering met Europees Commissaris voor wetenschaps- en innovatiebeleid Carlos Moedas.
Op de ontbijtsessie van afgelopen dinsdag waren een 30-tal aanwezigen, met onder meer ook enkele Europese sectorfederaties en verschillende Europese parlementsleden.
Achtergrond
Europees Commissaris Moedas lanceerde vorig jaar het idee voor de oprichting van een European Innovation Council. Het doel van de EIC zou zijn om de huidige Europese innovatie-instrumenten te verbeteren om zodanig de beste Europese innovatieprojecten beter te ondersteunen in hun doorgroei.
Om ideeën te verzamelen over hoe die EIC praktisch zou kunnen werken, lanceerde de Europese Commissie vervolgens een ‘call for ideas’. Hierop kwamen meer dan 1000 antwoorden en 183 organisaties stuurden ook een positiepaper in. Ook het departement EWI nam het initiatief om een Vlaamse positiepaper in te zenden, mee ondersteund door het FWO en VLAIO en afgetoetst bij verschillende stakeholders.
Gezamelijk standpunt EWI, VLAIO en FWO: oprichting European Innovation Council
Het K4I-netwerk organiseerde afgelopen dinsdag een ontbijtsessie met Commissaris Moedas om verder van gedachten te wisselen over de oprichting van de EIC. Drie organisaties stelden hun positiepaper voor om de discussie te voeden. Naast het departement EWI, namen ook het Fraunhofer Instituut en de Europese chemie-associatie CEFIC het woord.
Inhoud van de discussie
Bij de voorstelling van de positiepaper, focuste het departement vooral op enkele hoofdzaken. Zo werd aangehaald dat de oprichting van de EIC moet leiden tot een stroomlijning van bestaande instrumenten. Verder moet de EIC focussen op de beste innovatieprojecten, met het meeste potentieel om op relatief korte termijn te worden vermarkt of op een andere manier in de maatschappij te worden geïmplementeerd.
Er werd door het departement ook benadrukt dat de EIC moet openstaan voor zowel technologische als sociale innovatieprojecten. Daarnaast werd specifieke aandacht gevraagd voor de ondersteuning van piloot- en demonstratie-infrastructuur.
De Vlaamse positiepaper stelt voor om in de eerste plaats te focussen op stroomlijning van de bestaande Europese bottom-upinstrumenten. In het bijzonder lenen het SME-instrument en de Fast Track to Innovation Pilot er zich sterk toe om te worden geïntegreerd binnen de EIC. Commissaris Moedas gaf tijdens de discussie aan in dezelfde richting te denken en wil op relatief korte termijn reeds een proefproject lanceren, waarbij het SME-instrument meer bottom-up zou worden ingezet.
Ondertussen in Vlaanderen…
Ook in Vlaanderen is er nood aan verbeteringen in het instrumentarium om innovatie-actoren te helpen bij de opschaling van hun projecten. Het denkwerk rond de EIC past dan ook binnen denkwerk dat in Vlaanderen gebeurt.
De contacten met het K4I-netwerk werden gelegd via de Bio Base Europe Pilot Plant (BBEPP), dat met haar pilootfabriek innovatie-projecten in de bio-economie helpt bij opschaling. De BBEPP zit samen met het departement EWI in het Interreg-project ‘SmartPilots’ om de regionale ondersteuning van verschillende pilootfabrieken in Europa onder de loep te nemen en ook in Vlaanderen een betere ondersteuning van dergelijke actoren mogelijk te maken.
(Tom Creten, departement EWI (rechts) lichtte het Vlaams standpunt toe aan Europees Commissaris voor wetenschaps- en innovatiebeleid Carlos Moedas (links). Midden: Europees parlementslid Angelika Mlinar.)
Meer info: